Gisting van het beslag met bakkersgist

1. PLAATSEEN VOLUMEMERKTEKEN

Zet een merkteken op het gistingvat, zodat je weet hoeveel liters in het vat zitten. Vergeet niet een ruimte van 200 mm vrij te laten i.v.m. schuimvorming

2. VERMENGEN

Vul via een sproeikop, tien liter warm kraanwater in het gistingsvat. Voeg de suiker toe en roer totdat de suiker volledig is opgelost. De suiker moet volledig zijn opgelost om te kunnen worden omgezet in alcohol.

3. TOEVOEGING GIST

Voeg koud water toe tot het volumemerkteken, bij voorkeur zuurstofrijk water via een sproeikop. Per 25 liter beslag wordt 100-250 gram verse bakkersgist toegevoegd plus de voedingsstoffen voor de gist. Laat de bakkersgist eerst oplossen in twee deciliter water waaraan een theekopje kristalsuiker toegevoegd. Meng het vervolgens door het beslag door het geheel goed door elkaar te roeren. Plaats het deksel op het gistingsvat, het waterslot wordt nog niet geïnstalleerd.

4. GISTING

Na twee dagen wordt het waterslot geïnstalleerd. Druk het deksel stevig aan en vul het waterslot met water. Als het water nog uit het waterslot wordt geperst, wacht dan één à twee dagen alvorens het waterslot te vullen.

5. OVERHEVELEN

Controleer, wanneer het gistingsproces is afgelopen, met de hydrometer het alcoholpercentage in het beslag. De aflezing dient in het gekleurde veld te staan – 13 – – 20; soortelijk gewicht 980 – 987. Als het beslag kristalhelder is kan het worden overgeheveld naar de stookketel. Indien het beslag nog niet helder is wordt het overgeheveld naar een ander vat. Zorg ervoor dat de onderste twee cm, met de gistresten, achterblijven in het gistingsvat. Wacht vervolgens een paar dagen totdat het beslag helder is. Als men haast heeft kan een opklaringsmiddel worden toegevoegd, dit middel werkt binnen 4-24 uur. Hevel vervolgens het beslag over naar het distillatieapparaat. Zorg ervoor dat de onderste cm achterblijft in het vat.